Carrousellied Schimmen

Schimmen

refrein (2 x)

Ik zie ze wel, ik zie ze niet:

de schimmen op het plein.

Zoals ze mij zien zie ik hen,

de schimmen op het plein.

 

couplet #1 (kermisgasten)

De schimmen op het kermisplein:

ze zwieren, ze zwaaien, doen een gok.

De schimmen op het kermisplein:

ze komen grif als ik ze lok.

 

(kermisbezoekers)

De schimmen op het kermisplein,

ik koop ’n kaartje voor wat pret.

De schimmen op het kermisplein,

een leeg gezicht achter ’t loket.

 

refrein (1 x)

 

couplet #2 (kermisgasten)

De schimmen op het kermisplein:

mijn kassa zingt een vrolijk lied.

Die burgers op het kermisplein:

mij interesseert hun leven niet.

 

(kermisbezoekers)

De schimmen op het kermisplein:

ik zwier en zwaai en ik geniet.

Dat kermisvolk hier op het plein:

mij interesseert hun leven niet.

 

refrein (alleen eerste twee regels)