In de Gelderlander column Geurt Franzen ‘Jas’

De herfstasters in de tuin van mijn buren bloeien volop en als ik die paarse gloed zie, weet ik hoe laat het is: kermis in Gennep. De laatste in de regio. Gelukkig maar. Eigenlijk al te koud om te zwaaien en te zwieren. Niet voor niets staat al eeuwen op Gennepse tegeltjes: ‘Kerremis niet afgelast, winterjassen uit de kast’.

Ik ben vandaag precies 38 jaar vaste bezoeker van de Niersstadkermis. Door omstandigheden. Ik sla zelden een editie over en heb al heel wat keren bibberend en met de kraag opgestoken tussen de kramen op het Europaplein gesjouwd. Van het ene windluwe hoekje naar het andere. Ik zou nog meer van de Gennepse kermis genieten, ik zou er misschien wel van hóuden, als die voortaan half juli op de kermiskalender zou staan. In Boxmeer hebben ze de kermis ook verschoven, van augustus naar eind juni. Kunnen ze dat in Gennep ook niet doen?

Of kunnen de Gennepenaren hun na-kermis niet missen? Dat is een extraatje voor de bewoners, gegund door de kermisexploitanten. Die zijn zó blij zijn dat ze na Gennep hun draaimolen en touwtjetrek in de winterstalling kunnen opbergen, dat ze nog een paar dagen blijven staan en in het weekend ná de kermis nog één keer de tentzeilen wegtrekken. Maar daarna is het kermisseizoen ook echt voorbij.

Ze kunnen niet zonder kermis, die Gennepenaren. Ik heb me laten influisteren dat dit jaar zelfs een bijzonder kermisjaar is. Dat er in het weekend ná de na-kermis een soort van na-na-kermis komt. Drie dagen lang een musical óver de kermis.

Vanwege omstandigheden kan ik het niet maken om daar weg te blijven. Gelukkig is het binnen, in de sporthal. Maar toch, mocht u mij zoeken: ik ben die man met een jas aan.

Ze kunnen niet zonder kermis, die Gennepenaren